Om legkippen te houden, moet men hun gewoonten begrijpen. De fysiologische kenmerken van kippen omvatten de volgende punten:
(1) Kippen schrikken gemakkelijk en hebben een slechte weerstand tegen bedreigingen.Plotselinge geluiden binnen of buiten het kippenhok, of de aanwezigheid van katten, muizen, slangen en andere wezens kunnen gemakkelijk een 'stressreactie' in de kudde veroorzaken, wat hun productieprestaties beïnvloedt. Daarom is het essentieel om een rustige omgeving te handhaven om ze te houden.
(2) Kippen ondergaan leeftijdsgebonden rui in plaats van seizoensgebonden rui:Kuikens verliezen hun dons en krijgen vleugelveren, maar vertonen slechts af en toe veerverlies voordat ze beginnen met eieren leggen. Kippen ruien niet in hetzelfde jaar, maar ze zullen het volgende jaar wel ruien. De natuurlijke ruiperiode is 80-100 dagen, en boeren moeten in deze periode gedwongen rui toepassen om de legpauze te verkorten.
(3) Kuikens zijn gevoelig voor koude, terwijl volwassen kippen gevoelig zijn voor hitte:Pas uitgekomen kuikens hebben een slechte isolatie en hun normale lichaamstemperatuur is 3°C lager dan die van volwassen kippen. Daarom hebben kuikens in koudere periodes de neiging om zich op te hopen voor warmte, en moeten er passende verwarmingsmaatregelen voor broedmachines worden genomen. Naarmate ze volwassen worden, stabiliseert hun lichaamstemperatuur en zijn ze bedekt met veren zonder zweetklieren, waardoor volwassen kippen gevoelig zijn voor hitte, wat maatregelen vereist om oververhitting te voorkomen. Omdat de normale lichaamstemperatuur van kippen hoger is dan die van varkens en koeien, is de kans kleiner dat ziekten zich tussen hen verspreiden.
(4) Kippen zijn zeer gevoelig voor licht:Als er geen licht in het kippenhok is, stoppen ze met eten. Daarom moet de voercontrole tijdens de groeiperiode worden gecoördineerd met lichtcontrole om te voorkomen dat kippen overgewicht krijgen. Vanaf het begin van het leggen van eieren moet de belichtingstijd geleidelijk worden verlengd om de hypofyse van de hersenen te stimuleren en de ovariële functie te bevorderen, wat de eierproductie ten goede komt. Zowel lichtcontrole als supplementen moeten echter zorgvuldig worden gepland en mogen niet chaotisch zijn; het gebruik van sterke lichtstimuli werkt averechts.
(5) De specifieke aard van de spijsvertering van kippen:Kippen hebben geen tanden en een zacht gehemelte, daarom kantelen ze hun hoofd naar achteren om te eten en te drinken. Daarom moeten voerbakken en waterbakken goed worden geplaatst om overloop te voorkomen. De spijsvertering is afhankelijk van de sterke samentrekkingen van de spiermaag om voedsel te vermalen, dus zanddeeltjes moeten regelmatig worden aangevuld. De darminhoud van kippen is licht zuur, wat bevorderlijk is voor de reproductie van nuttige micro-organismen; daarom moet voer worden beschermd tegen schimmel en bederf, wat een goede spijsvertering en absorptie zou belemmeren. Voer blijft een korte periode in het lichaam van de kip, en in combinatie met de gunstige effecten van micro-organismen in de darm, overtreft het eiwitgehalte van kippenmest in feite dat van het oorspronkelijke voer.
Om legkippen te houden, moet men hun gewoonten begrijpen. De fysiologische kenmerken van kippen omvatten de volgende punten:
(1) Kippen schrikken gemakkelijk en hebben een slechte weerstand tegen bedreigingen.Plotselinge geluiden binnen of buiten het kippenhok, of de aanwezigheid van katten, muizen, slangen en andere wezens kunnen gemakkelijk een 'stressreactie' in de kudde veroorzaken, wat hun productieprestaties beïnvloedt. Daarom is het essentieel om een rustige omgeving te handhaven om ze te houden.
(2) Kippen ondergaan leeftijdsgebonden rui in plaats van seizoensgebonden rui:Kuikens verliezen hun dons en krijgen vleugelveren, maar vertonen slechts af en toe veerverlies voordat ze beginnen met eieren leggen. Kippen ruien niet in hetzelfde jaar, maar ze zullen het volgende jaar wel ruien. De natuurlijke ruiperiode is 80-100 dagen, en boeren moeten in deze periode gedwongen rui toepassen om de legpauze te verkorten.
(3) Kuikens zijn gevoelig voor koude, terwijl volwassen kippen gevoelig zijn voor hitte:Pas uitgekomen kuikens hebben een slechte isolatie en hun normale lichaamstemperatuur is 3°C lager dan die van volwassen kippen. Daarom hebben kuikens in koudere periodes de neiging om zich op te hopen voor warmte, en moeten er passende verwarmingsmaatregelen voor broedmachines worden genomen. Naarmate ze volwassen worden, stabiliseert hun lichaamstemperatuur en zijn ze bedekt met veren zonder zweetklieren, waardoor volwassen kippen gevoelig zijn voor hitte, wat maatregelen vereist om oververhitting te voorkomen. Omdat de normale lichaamstemperatuur van kippen hoger is dan die van varkens en koeien, is de kans kleiner dat ziekten zich tussen hen verspreiden.
(4) Kippen zijn zeer gevoelig voor licht:Als er geen licht in het kippenhok is, stoppen ze met eten. Daarom moet de voercontrole tijdens de groeiperiode worden gecoördineerd met lichtcontrole om te voorkomen dat kippen overgewicht krijgen. Vanaf het begin van het leggen van eieren moet de belichtingstijd geleidelijk worden verlengd om de hypofyse van de hersenen te stimuleren en de ovariële functie te bevorderen, wat de eierproductie ten goede komt. Zowel lichtcontrole als supplementen moeten echter zorgvuldig worden gepland en mogen niet chaotisch zijn; het gebruik van sterke lichtstimuli werkt averechts.
(5) De specifieke aard van de spijsvertering van kippen:Kippen hebben geen tanden en een zacht gehemelte, daarom kantelen ze hun hoofd naar achteren om te eten en te drinken. Daarom moeten voerbakken en waterbakken goed worden geplaatst om overloop te voorkomen. De spijsvertering is afhankelijk van de sterke samentrekkingen van de spiermaag om voedsel te vermalen, dus zanddeeltjes moeten regelmatig worden aangevuld. De darminhoud van kippen is licht zuur, wat bevorderlijk is voor de reproductie van nuttige micro-organismen; daarom moet voer worden beschermd tegen schimmel en bederf, wat een goede spijsvertering en absorptie zou belemmeren. Voer blijft een korte periode in het lichaam van de kip, en in combinatie met de gunstige effecten van micro-organismen in de darm, overtreft het eiwitgehalte van kippenmest in feite dat van het oorspronkelijke voer.